VLIERDEN – Traditiegetrouw is de Vlierdense garde-avond het allerlaatste optreden van de prins van Dorstvlegelland. Prins Rik l en alle andere aanwezigen genoten van de kunsten op het podium van ’t Huis.
Voordat de avond in een volle zaal werd afgetrapt, klonk er een eerbetoon aan de onlangs overleden Henk Cuijpers, die veel voor Vlierden heeft betekend.
Bij de acts werd echte Vlierdense humor afgewisseld met woordgrappen en ander hilarisch geweld. De Scouting Vlierden bracht voornamelijk lokaal cabaret. De leiders van verschillende scoutinggroepen gingen hierin op zoek naar wat extra inkomen voor de verenigingskas met een heitje voor karweitje. Ze deden verschillende huizen aan van bekende Vlierdenaren waarbij ze ondertussen op subtiele manier de laatste Vlierdense topics bespraken op een manier die op ieders lachspieren werkte. Helaas lukte het ze niet om ook daadwerkelijk een karweitje uit te voeren, waarbij de moraal van het verhaal boven kwam drijven. De Vlierdense gemeenschap moet elkaar en de verenigingen ondersteunen om ze in leven te houden.
Na de Scouting was het podium aan een debutant: de Festisint (voor Vlierdenaren beter bekend als Carlo Jacobs). Ook al was het nog maar zijn eerste keer op het podium van de garde-avonden en is hij nog maar net in ons land, Festisint beloofde meteen dat het de laatste keer zou zijn. In zijn carrière als Festisint blijken er namelijk vooral gebeurtenissen te zijn voorgevallen met een negatief randje.
Nog meer kommer en kwel was te beluisteren bij ’t Lupt oit de hand. De vier vrienden namen het publiek twee jaar geleden mee naar de maan. Dit jaar hielden ze het wat dichterbij huis, maar ging iedereen mee met het vliegtuig. Met veel zang vermaakten de vier het publiek met als hoofdpiloot Jack Brokke. De ietwat markante figuur was duidelijk wat minder serieus met zijn vak bezig dan zijn co-piloten. Brokke en zijn kompanen besloten hun stuk met een verrassend nummer waarin ze vroegen of ze in de krant mogen komen. Nou, bij deze, ’t Lupt oit de hand.
Bronvermelding: Eindhovens Dagblad / Foto: Gijs Brouwers
